logo fokkelien

 AstroCursus

Opdrachten bij les 1

Opdracht 2 | Opdracht 3 | Eind document

Opdracht 1

Een terugkerende opdracht bij iedere les is: maak je de betekenissen van de dierenriemtekens eigen.
De manier waarop ik ze in de 12 portretten beschrijf is ongenuanceerd. Dat is met opzet zo gedaan: de horoscoop is een mengsel van vele invloeden; wanneer je de basisingrediënten niet helder beschrijft, wordt de uiteindelijke uitleg vaag en voor vele interpretaties vatbaar. Het teken waar de Zon in staat, je Zonneteken, is niet het enige teken dat invloed heeft op je karakter. Bijna altijd zijn er minimaal vier dierenriemtekens die op de een of andere manier een rol spelen in een horoscoop. Wanneer je die invloeden probeert te duiden, is er al nuance genoeg.
Vergelijk het met koken: wanneer je eten op smaak maakt, gebruik je zout, peper en allerlei kruiden. Elk apart hebben ze een duidelijk eigen smaak, maar in het gerecht zijn de verschillende smaken met elkaar verbonden tot een harmonisch geheel.
Zo ook heeft ieder dierenriemteken zijn eigen karakteristiek. Om een goed astroloog te worden, moet je die karakteristieken door & door leren kennen. Het beste is om je eigen horoscoop als uitgangspunt te nemen voor dit leren en daarnaast nog een paar horoscopen van volwassen mensen die je erg goed kent.
Aan het eind van deze eerste les beperk je je nog tot het proberen herkennen van bepaalde trekjes in jezelf en in je eigen horoscoop. Ben je Steenbok en heb je ascendant Vissen? Probeer dan of je in jezelf iets terug kunt vinden van beide karakteristieken.

Naar boven | Opdracht 3 | Eind document

Opdracht 2

voorbeeld van info AstrodienstJe kunt deze cursus volgen met als basis een horoscooptekening en bijbehorende informatie van Astrodienst en/of van 1horoscoop.nl.
Links zie je de informatie die bij een horoscoop van Astrodienst hoort: compact, maar alles wat je wilt weten staat erin.
Hieronder vind je een deel van de informatie van 1horoscoop. De site biedt nog meer tabel­len: één met aspecten, één met planeten in huizen, één met aantal planeten in elementen en polariteiten. Ten slotte is er nog een kleine tabel met de posities van o.a. enkele planeto­iden en andere punten in de horoscoop die in deze basiscursus niet aan de orde komen. De informatie is gemakkelijk leesbaar, dus een goede hulp, zeker in het begin.
Wil je horoscoopfiguren vlot leren lezen, dan is het heel nuttig zelf de planeten, huizen e.d. in te tekenen, met behulp van bovenvermelde bronnen. Zo krijg je het vak letterlijk ‘in de vingers’. Zie de links onder ‘Formulieren & ta­bellen’ in de zijkolom.

voorbeeld van info 1horoscoop

Print het horoscoopformulier en teken je eigen horoscoop. Gebruik daarbij de horos­cooptekening met bijbehorende aspecttabellen en andere informatie van Astrodienst als basis. Waarschijnlijk vind je het handiger om voor sommige onderdelen de om­schrijvingen van 1horoscoop.nl te gebruiken.
Ga als volgt te werk:

  • Vul de gevraagde gegevens in het kader linksboven in.
  • Tussen de buitenste en de binnenste gradenboog zijn 12 vakken van 30o met lijnen afgebakend. Teken hier de dierenriemtekens in. Begin links met het teken dat op de ascendant staat. Je kunt de computertekening als voorbeeld gebruiken.
  • Nu zijn de huizen aan de beurt. Ik vind het zelf het duidelijkst als de lijnen volledig worden getrokken, zoals in de horoscopen van Astrodienst. Je ziet dan ook heel duidelijk dat huizen in tweetallen met elkaar verbonden zijn. Op welke graad de lijnen precies moeten komen, vind je in de informatie van 1horoscoop onder het kopje ‘Placidus Orbs:0’.
    Begin met huis 1 en huis 7, en trek de lijn door tot buiten de buitenste cirkel; doe hetzelfde voor huis 4 en huis 10. Je hebt nu de twee belangrijkste assen getekend: ascendant-descendant en MC-IC. Verbind nu 2 met 8, 3 met 9, 5 met 11 en 6 met 12. Deze lijnen trek je tot aan de binnenste gradenboog.
  • Zet de nummers van de huizen in de binnenste kleine cirkel, te beginnen met 1 direct onder de as ascendant-descendant.
  • Teken de planeten in op de binnenste gradenboog. Zet er voor de duidelijkheid ook hun exacte positie bij; zie daarvoor de kolom ‘Zodiak 0:00’ van 1horoscoop.
  • De lijnen middenin de cirkel geven de aspecten aan. Op dat onderwerp kom ik terug bij de opdrachten van les 2.
  • Bewaar de tekening, want in les 2 ga je de tabellen bij de figuur invullen.
  • Wil je nog wat oefenen, probeer dan eens de horoscopen te tekenen van de Zwijgende Tweeling en/of die van de Friese tweeling. Beide gevallen komen in opdrachten vanaf les 3 aan de orde.

Naar boven | Opdracht 2 | Eind document

Opdracht 3

Deze opdracht begint met een deel uit het artikel van Robert Nanninga, namelijk de beschrijving van de test die hij aan vijftig astrologen (ik was er niet bij, want ik werk niet officieel als astroloog) heeft voorgelegd. Lees deze tekst goed door en beantwoord dan de vragen met in je achterhoofd wat er in les 1 is geschreven over de grenzen van de astrologie. Het volledige artikel vind je in de rubriek Downloads.


(Onlangs voerde ik) met financiële steun van de stichting Skepsis een nieuwe astrologen­test uit. Daarbij konden de deelnemende astrologen zelf aangeven wat voor informatie ze nodig hadden.

De opzet van mijn astrotest was simpel. Vijftig astrologen ontvingen elk de geboorte­gegevens van zeven anonieme proefpersonen die rond 1958 waren geboren. Daarnaast kregen ze zeven vragenlijsten die door de proefpersonen waren ingevuld. De vragen waren door de deelnemende astrologen aangedragen en hadden betrekking op diverse aspecten van het leven: beroep, hobby's, interesses, persoonlijkheid, relaties, gezondheid, levens­filosofie, data van belangrijke gebeurtenissen, et cetera. De astrologen trokken van elke proefpersoon de horoscoop en probeerden vast te stellen welke van de ingevulde vragen­lijst daar bijhoorde. Voor degenen die alle horoscopen aan de juiste lijst wisten te koppelen was een prijzengeld van vijfduizend gulden beschikbaar.

Door 44 astrologen werd een oplossing ingestuurd. De meerderheid had in het verleden minstens honderd geboortehoroscopen geanalyseerd en liet zich daar regelmatig voor betalen. De helft had meer dan vijftig astrologieboeken gelezen; drie kwart had een astrologiecursus of -opleiding gevolgd en een kwart gaf zelf astrologielessen.
De verwachtingen waren hooggespannen: achttien deelnemers dachten dat ze alle ant­woorden goed hadden terwijl slechts zes astrologen minder dan vier treffers verwachtten. “Ik ben ervan overtuigd dat deze test absoluut foutloos te maken is”, schreef een astrologe die in haar praktijk al meer dan vijfhonderd horoscopen had geanalyseerd. Een andere opti­mist meldde: “Ik ben er zeker van dat er heel velen 't bij het rechte eind hebben, want bij mij was het zo dat ik na elke horoscoop meteen de lijst pakte die erbij hoorde.”

In werkelijkheid bleek de beste deelnemer slechts drie treffers te hebben gescoord terwijl de helft geen enkele vragenlijst bij de juiste horoscoop plaatste. De astrologen hadden hun antwoorden net zo goed willekeurig kunnen invullen, zonder de horoscopen te raadplegen. Ook dan zouden ze gemiddeld ongeveer één toevalstreffer hebben gescoord. Omdat ze allemaal dezelfde informatie ontvingen, leek het aannemelijk dat ze daar dikwijls dezelfde conclusies uit zouden trekken. Dat was echter niet het geval. Evenals bij het onderzoek van Dean waren de astrologen het onderling volstrekt niet met elkaar eens. Slechts twee deel­nemers leverden onafhankelijk van elkaar dezelfde oplossing in. Blijkbaar gebruikte iedere astroloog zijn eigen spelregels.

Na afloop gaven de deelnemers allerlei verklaringen voor de teleurstellende resultaten. De meesten vonden de geboden informatie ontoereikend, al hadden ze van te voren om veel minder gevraagd. Ze klaagden ook dat de horoscopen en de proefpersonen te veel op el­kaar leken. Hun voorkeur ging uit naar mensen die in leeftijd sterk van elkaar verschilden. Maar dan zou de test wat al te gemakkelijk zijn geworden, want uit de vragenlijsten kon je gemakkelijk opmaken hoe oud de betrokkenen ongeveer waren. Een minderheid veronder­stelde dat de vragen niet naar waarheid waren beantwoord of dat de geboortetijden niet nauwkeurig genoeg waren. Dat kan echter niet verklaren waarom het oordeel van de astro­logen geen onderlinge overeenstemming vertoonde.
Verscheidene deelnemers toonden zich verrast door het gebrek aan overeenstemming, maar slechts een enkeling had minder vertrouwen gekregen in de astrologie. Men was eer­der geneigd de fout bij zichzelf te zoeken. Zo verklaarde een van de deelnemers: “Ik ben ervan overtuigd dat de mogelijkheden van de astrologie onbeperkt zijn, maar het stuit op de beperkte kennis van de astroloog.”
Anderen gaven toe dat ze de test hadden onderschat. “Het leek simpeler dan het was. Ik heb er maar twee avonden aan gezeten en ik had al gauw mijn antwoorden op een rijtje. Ik moet de uitslagen nog even nakijken en een verklaring zien te vinden. Wat mij echter het meest verbaast is dat niemand gewonnen heeft, dat iedereen in feite op z'n bek is gegaan!”

De meeste deelnemers verklaarden zich bereid om nogmaals aan een astrologentest deel te nemen. Bij deze nieuwe test zullen ze de proefpersonen mondeling vragen mogen stellen.

Vragen
  1. Wat vind je van de motivering van Nanninga om horoscopen te selecteren van mensen die op het moment van het onderzoek allemaal ongeveer 37 jaar waren?
  2. De horoscopen leken wel erg veel op elkaar met al die ongeveer even oude proefpersonen, zeiden de astrologen, en dat vonden ze bezwaarlijk. Wat vind je van dit bezwaar?
  3. Waarom zouden de astrologen deze test zo slecht hebben gedaan? Vind je de argumenten die ze zelf geven geldig? Waarom?
  4. Het zal ongetwijfeld helpen als de astrologen de proefpersonen zelf wat vragen kunnen stellen. Denk je dat zo'n aanvulling nodig is? Waarom?


Fokkelien von Meyenfeldt ©  1995-2015

Home | NAAR BOVEN | sitemap

Laatste versie: dinsdag 31 maart 2015